De vrouw als redster van de krimpende arbeidsmarkt

De vrouw als redster van de krimpende arbeidsmarkt

Het CBS dat onlangs het jaarlijkse boek over ‘de Nederlandse economie 2010’ aanbood aan de minister van Financiën Jan Kees de Jager belicht een aantal cijfers aangaande de arbeidsmarkt. Vooral het aandeel van vrouwen op de arbeidsmarkt springt in het oog. Vrouwen hebben er de afgelopen jaren voor gezorgd dat toenemende krapte op de arbeidsmarkt door toedoen van de vergrijzing voor een deel teniet wordt gedaan, maar dat geldt niet voor alle sectoren.

Vrouwen op de arbeidsmarkt
Sinds 1970 zijn er steeds meer vrouwen toegetreden tot de arbeidsmarkt: het aantal werkzame vrouwen is de laatste veertig jaar van 1,6 miljoen naar ruim 4,0 miljoen gestegen. In 1970 werkten we gemiddeld nog ruim 1800 uur per jaar. In 2010 was dit gezakt naar 1381 uur. Dit is niet alleen het gevolg van de arbeidsduurverkorting, maar ook van het feit dat een steeds groter deel van de beroepsbevolking in deeltijd werkt. Dit wordt in de hand gewerkt door het grotere aantal vrouwen dat is toegetreden tot de arbeidsmarkt.

Hoewel het vooral de vrouwen zijn die in deeltijd werken, nemen zij door hun grotere aantallen toch het grootste gedeelte van de groei van het arbeidsvolume voor hun rekening. Het aandeel van vrouwen in het arbeidsvolume is gestegen van 23 procent in 1970 naar 37 procent in 2010. De netto arbeidsparticipatie, het percentage dat aangeeft hoeveel van beroepsgeschikte bevolking ook daadwerkelijk een betaalde baan heeft, van vrouwen is in juli 2011 gestegen tot 60,7 procent. Hiermee is 47 procent van alle werkzame personen een vrouw.

Sectoren
Dat bijna de helft van de beroepsbevolking in Nederland vrouw is, stemt me zeer positief. Echter zijn de vrouwen meer vertegenwoordigd in bepaalde bedrijfstakken, zoals zorg en onderwijs. In sectoren als ICT en de bouw maken vrouwen nog verre van de helft van de beroepsbevolking uit. Om in deze sectoren niet in de knel te komen zodra de vergrijzing nog verder voortzet (wanneer de Babyboomers met pensioen gaan), zijn juist in deze sectoren vrouwen nodig. De inbreng en betrokkenheid van vrouwen in ICT is daarom van groot belang. Kan de vrouw de ICT-arbeidsmarkt redden? Ik denk het wel, maar dan moeten we ze de juiste springplanken bieden. Gerichte samenwerking tussen alle bij het ICT-onderwijs, -onderzoek en -arbeidsmarkt betrokken partijen zoals kennisbemiddelaars is dan ook noodzakelijk.

Bart van der Geest