Tijdelijke contracten; een zegen of een crime?

Tijdelijke contracten; een zegen of een crime?

We vliegen af op een economie waar slechts weinigen nog een vaste baan hebben en de meesten op projectbasis werken. De cijfers liegen er niet om. Volgens het rapport ‘Vacatures in Nederland 2011’ van het UWV kregen vorig jaar slechts 2.000 mensen een vast contract aangeboden. In 2010 waren dat er nog 83.000, een daling van 97 procent. De kans om bij een openstaande vacature een vast contract te krijgen is bijna gelijk aan nul procent. Ook volgens het SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau) laten werkgevers werk steeds vaker uitvoeren door ketens van tijdelijke werknemers. De flexibilisering van de arbeidsmarkt is hiermee aangetoond.

Meer aan de hand
Deze tendens is gebruikelijk in tijden van laagconjunctuur. Over het algemeen zijn werkgevers in crisistijden onzekerder over de toekomst. Hierdoor maken werkgevers meer gebruik van de mogelijkheid om mensen op projectbasis of basis van een tijdelijk contract in te huren. Wanneer de economie weer aantrekt, stijgt het aandeel vaste contracten weer. Maar ik vraag me af of dit met de huidige crisis ook het geval is. Ik denk dat er voor het eerst meer aan de hand is dan puur een conjunctuurgevoeligheid. Het gaat er niet om dat werkgevers door de recessie huiveriger zijn om nieuw personeel een vast contract aan te bieden en ze in plaats daarvan tijdelijke contracten van meer dan een jaar bieden. Het gaat erom dat we in een nieuwe economie terecht komen die zich nog nooit zo heeft gevormd: de gig-economie.

Tijdelijke contracten van enkele jaren
In de gig-economie hebben professionals een portefeuille met klussen (gigs) die soms drie maanden, maar ook net zo goed langer kunnen duren. Minister Henk Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is voorstander van zo’n arbeidsmarkt. Hij kwam onlangs met een voorstel voor een langjarig tijdelijk contract: bedrijven moeten in de toekomst ook ‘tijdelijke’ arbeidscontracten kunnen aanbieden, die wel zes of acht jaar duren. Dit voorkomt de stapeling van eenjarige arbeidscontracten en stimuleert werkgevers meer te investeren in hun personeel. Bij zo’n economie rijzen vragen, die veelal te maken hebben met oude zekerheden versus nieuwe mogelijkheden voor de zelfstandig professional: is een tijdelijke klus van meerdere jaren nog wel tijdelijk te noemen en waarom neemt een bedrijf die persoon dan niet gewoon toch in vaste dienst? Krijgen medewerkers in vaste dienst en medewerkers die op projectbasis werkzaam zijn dezelfde voorwaarden, salarissen, verzekeringen en opleidingen? Wanneer kiest de werkgever voor het geven van een vast contract of juist een langdurige tijdelijk contract? Kiest de werkgever niet te snel voor de veelal jonge flexibele opdrachtnemer?

Ondernemend
Antwoorden op deze vragen zijn zeer situatieafhankelijk, maar in zijn algemeenheid kan ik hierover zeggen dat het werken als zelfstandig professionals in de flexibele schil meerdere voordelen biedt boven de vaste betrekking. Zo is de zelfstandig professional veel meer een ondernemer, die zelf bepaalt welke opdrachten hij wel of juist niet aanneemt en die veelal samen werkt met andere zelfstandigen of kleine ondernemingen. Hierbij brengt ieder zijn eigen expertise in, zodat de zelfstandig professional ook opdrachten kan aannemen die hij anders zou moeten laten lopen. Degene die over vaardigheden als vakmanschap, loyaliteit en respectvol samenwerken beschikt, is dan ook zeker niet slechter af dan iemand met een vast contract. Zo iemand zal altijd een nieuwe opdracht vinden. En komt de zelfstandig professional er toch niet helemaal uit dan kan hij altijd nog terugvallen op intermediairs die hem grote pools aan opdrachten bieden, waaruit hij zelf kan kiezen. De zelfstandig ondernemer is hoe je het went of keert aan zet en zal dat blijven, ook in de volgende hoogconjunctuur.

http://www.hrbase.nl/profiles/blogs/tijdelijke-contracten-een-zegen-of-een-crime?xg_source=activity

Bart van der Geest